donderdag 28 februari 2008

Bijbels

maandag 11 juni 2007

Herkauwer heeft even geen zin om voetnoten te maken. Hij blaast even uit en probeert de snorharen van zijn rode kater te tellen. Dat luistert mauw.

Die voetnoten - daar moet hij wel erg veel plaatsen uit de bijbel voor opzoeken. De tekst waarmee hij bezig is heeft een hoog bijbels gehalte. Dus moeten allerlei verwijzingen getraceerd worden, in de Statenvertaling natuurlijk, want die lazen ze in de achttiende eeuw.

Die Statenvertaling roept natuurlijk allerlei vragen op. ‘Ook zal ik tenzelven dage bezoeking doen over al wie over den dorpel springt’ (Zefanja 1: 9).

Geen idee waarom dat zo fout is, dat over de dorpel springen. Mogelijk is het vergelijkbaar met bijvoorbeeld toneeldansen in de achtttiende eeuw: ook niet goed. Er waait dan van alles op, terwijl niemand al iets van Marlies Dekkers voor daaronder heeft kunnen kopen.

Die nieuwe vertaling, van een jaar of twee geleden, doet daarentegen weer een beetje overdreven modern. Die mensen praten weer te normaal. Een paar voorbeelden:

‘Dit vijgeblad doet ’t goed in de lingerieweek’ (Slang).

‘Nee, er is hier geen vliegveld van El-Al’ (Moses).

‘Dit land gaat naar de Filistijnen’ (Filistijn).

‘’t Was eigenlijk voor Temptation Island’ (Susanna).

‘Ik heb niets gedaan’ (Jozef).

‘Dit hotel heeft niet eens één ster’ (Maria).

‘Altijd maar vis en brood, dat eet niet lekker voor een man’ (apostel).

‘Alleen mooie vrouwen mogen lang haar dragen’ (Paulus).

Geen opmerkingen: