donderdag 28 februari 2008

Vlissingsche kermis (1765) 4

zondag 27 mei 2007

(vervolg)

Voorts dertig Kraamen bij elkaar
Waar in soo menig hondert paar
Van schoenen zijn een groote hoop
Goed leer, trouw goed, & schande koop
Dit geeft voor al een groote vraag
En lengte kopers alle daag
Zoekt hier geen langstraats werk, o neen
’t komt alles uijt beslote steen.
Gij die ons listig onderkroopt
Hebt, O Souburg eens gehoopt
Met ons eens kans hier af te zien
Te bergen al die vroomen lien
Stil onberispelijk in leer.
[Onleesbaar] de voetsjaanen meer.
Die aanslag was met kunst gesmeedt
Den Landman aangeschreven reedt
Bij Ploeg & beurten onderling
Naar t wagthuijs der zuijd watering
T gejuijch ging op men leerde als mal
Ik hoorde reeds! Daar komen ze al.
De brandwacht die ree [onleesbaar] haalt
Was aan ’t fonteintie Post bepaalt
De sein een schoot, die wreed zou slaen
Op t naderen der Karrevaen
Des lost een kletter Gerret buur
´T ua tijd, geeft ach, leg aan, geef vuur
De haen sloeg mis: geef vuur verbruijd
De pan was leeg en sonder kruijd
Voorsien, die ras, maar ijdele hoop
Daar was geen lading op de loop
De drifd der burgelijke wagt
Hadt schaars of niet daar op gedagt
Men wacht t donderende paf
Maar (t spreekt van zelfs) de pan brand af
Schep moed; aan t laden. Doch รด wee!
Men vond de laedstok glad in twee
’T was ook de vuurbus grof getergt
& de ouderdom te veel gevergt.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: