donderdag 28 februari 2008

Spinozahuis

maandag 18 juni 2007

Wellicht las u in de NRC van afgelopen zaterdag het bericht over het jammerlijke verval van het Spinozahuis in Rijnsburg waar de filosoof woonde 1661-1663.

NRC-redacteur Paul Steenhuis heeft geluisterd naar de klachten van Theo van der Werf, secretaris van de Vereniging Het Spinozahuis. Het huis staat weg te rotten. De kozijnen zijn kapot. Het dak laat vocht door. Stenen zijn verkankerd, ramen kaduuk. Kosten om de zaak op orde te krijgen: ruim E 100.000. De vereniging heeft verzocht om subsidie daartoe bij de gemeente, bij de provincie, en bij bedrijven in de omgeving: zero resultaat. Een comité van aanbeveling met namen als die van Job Cohen en Jan Wolkers: alweer nada.

Dat is fraai. Nederland wordt dus straks weer es de risee van de wereld. Het huis van de man, door Frits in zijn canon opgenomen, zakt blijkbaar de grond in zonder dat de overheid daar notitie van neemt.

Nu moet ik eerlijkheidshalve wel zeggen dat het me een beetje veel gevraagd lijkt van Rijnsburg om flink in de buidel te tasten. In het huis van de gehangene spreekt men nu eenmaal niet over de strop. Rijnsburg, alsook Katwijk (tot welke gemeente Rijnsburg sinds een jaar of tien behoort) wordt bevolkt door zware protestantse ortho’s. Die zijn in Katwijk, naar ik meen gelezen te hebben, op dit moment bezig aan een of andere nieuwe kerkscheuring. Aan dit soort calvinisten geld te vragen voor iemand die in hun ogen abject is, is wellicht een beetje te veel van het goede.

Maar de provincie? het rijk? Heeft die Vereniging dit wel goed aangepakt? Ik vind het wat vreemd dat op hun eigen site niets over dit alles te vinden is. Dat kan wijzen op een soort amateurisme. Hebben ze Plasterk wel tijdens de beroemde honderd dagen uitgenodigd, om zo te demonstreren hoe de dakgoot in zijn kraag kan leeglopen? Wat, vraag ik me af, zijn de constructies waardoor het wel mogelijk is gebleken de huizen van Multatuli, Elisabeth Wolff, Rembrandt in stand te houden?

Misschien worden echter door het NRC-bericht sommigen op het Ministerie van Cultuur wakker geschud.

Moet Herkauwer nog van het hart dat Paul Steenhuis opgevoed is met rare boekjes wanneer hij zegt: ‘Hij [Spinoza] werkte er, en ontving er geleerden, om te praten over zijn omstreden opvatting dat God niet bestond’. Hier wordt van alles door elkaar gehaald. Vergelijk: ‘Paul Steenhuis was redacteur van de NRC om zo zijn afkeer van Scientology te laten blijken’.

Geen opmerkingen: