vrijdag 29 februari 2008

Vakantie van een jonge juffer (1764) (2)

vrijdag 10 augustus 2007

(vervolg)

‘Dingsdag den 20. Met pyn in ’t hoofd opgestaan. De gansche morgen op myn Slaapkamer blyven zitten. Tante Cornelia om wat Eau de la Vendel laten vragen. Twee Hoofdpleisters gelegt. Over tafel telkens gezocht en maar één Vleugeltje van een gebrade Hoentje gegeten. ’s Namiddags een Comoedie over de Bankroetiers gelezen en hartelyk gelacchen. Tot 6 uuren aan myn Borduurraam gezeten. Neev Jochem de Kwakzalversbriefjes voor my laten lezen. Te 10 uuren ’s avonds naar bed gegaan zonder eeten. Philesje den geheelen nacht gekeft. De vlooien plaagden my onverstandig.

Woensdag den 21. Van Neev Jochem, toen ik my bezig was te kleeden, een doosje met moesjes tot present gekregen. Tantes Kamenier prees myne Juweelen. Myn beste Japon aangetrokken en daarmede op de Kermis gezwiert. De waijer, die Tante my dien morgen gekocht had, by die gelegenheid verlooren. Ten 3 uuren aan Tafel gegaan. ’s Avonds by Magito in ’t Spel geweest. Twee glaasjes Hypocras by Mejuffer B*** gedronken, die wy t’huisbragten. Noch meer als een uur met Neev Jochem in de Gallery gestoeid, eer we na bed gingen. Myn neusdoek was geheel verkreukt.

Donderdag den 22. Ten 10 uuren eerst ontwaakt. Philesje gevlooid, eer ik opstond. ’s Middags by myn Heer en Mevrouw Ellensm... ten eeten geweest. Neev Jochem myn brywerk uitgetrokken. De Denker half uitgelezen, omdat hy my verveelde. Dien avond in ’t Schouwburg doorgebragt en vrolyk te bed gegaan. Den ganschen nacht vreesselyk gewoeld.
Vrydag den 23. Door Johanna de Keukenmeid opgewekt. In ’t opstaan myn eene zilvere Schoengespen aan stuk getrapt. Tante Cornelia was niet wel gemutst aan de theetafel, want koffi mogten we niet meer drinken, zedert dat het haar Doctor verboden had. NB. Ik geloof, dat ze malkander verstaan. Van 11 uur tot 1 uur in besoigne geweest met den Paruikmaker: hy prees myn bruin haïr. ’s Namiddags met Neev Jochem het Stadhuis weezen bezichtigen. ’s Avonds op visite by Mevrouw Spaa.... geweest. Al myn Zilvergeld verspeeld. Neev Jochem moest op de Burgerwacht. Ten één uur naar bed gegaan half slaapdronken.

Zaturdag den 24. Het eerste van alle opgeweest. Den ganschen morgen uit het venster gelegen. Voor den eeten een half glaasje Persiko gedronken. Grutten met rozynen smaakten ’er niet wel op. Een namiddag slaapje gehouden. Neev Jochem lag voor me op zyne kniën, toen ik wakker wierd. Van 4 tot 6 uuren bezig geweest met kleeden, Tantes Kamenier prees myn blank vel. ’s Avonds groot bezoek aan ons huis. Philesje bespoog myn Oranje Tabberd. Driemaal voor ’t gezelschap, ’t Heerlyk licht gezongen.

Maandag den 26. Het overschot van de Denker op myn bed uitgelezen. Zes kopjes thee met saffraan gedronken. Tante aan de Keukenmeid belast geen peper in de wittebroodsop te doen. Neev Jochem my gezegt, dat hy my lief hadt. Van 12 tot half één bezig geweest met my te kammen. Pieter de knecht belast, dat hy de Nieuwsvertelder voor my zou koopen. ’s Namiddags van 3 tot 6 uuren een paar lobbens geborduurt. ’s Avonds niet gegeten, omdat geen honger had. Dien nacht by Tante geslapen, omdat zy bang voor muizen was.

Dingsdag den 27. Neev Jochem thee voor ons bed gedronken. Tante Cornelia klaagde van pyn in de buik. Een half uur met den Doctor geconsuleerd. Neev Jochem ondertusschen myn pols gevoeld. Hy zei, dat ik gelaten moest worden. Ik denk, dat hy hier iets meê voor heeft. Den ganschen dag ongekleed gebleven. De Kalfsbout was lekker gebraden. Tusschen 2 en 3 uuren een bezoek van twee jonge Heeren gehad. De Couranten schynen noch by continuatie te liegen. Dien nacht weder op myn eigen bed geslapen. Zeer aangenaam gedroomd.’

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: