donderdag 28 februari 2008

Vlissingsche kermis (1765) 5

maandag 28 mei 2007

(vervolg)

’T bedaagt & deugdsaam schietgeweer
Had in sijn tijd met roem wel eer
Een Souburgs burger nek gedrukt
Doen t hun voor heenen was gelukt
Oranjes pen en tong en raadt
Dat rijpe brein in kerk en staadt
Den grooten Marnix vrijheids mond
Te huldigen in Aldegon
De grijsaard die t daar moedig droeg
Kreeg t zelfs te Vlissing in een kroeg
Van een matroos, wiens drink gelag
Hij mild voldeed den eigen dag.
Dat Pacieco na verhoor
Den adem voor t stadhuijs verloor.
Wanneer er t eerts, voor leus en woordt
Oranje en vrijheidt wierdt gehoordt
Die zee rob hadt t opgeraept
Of van en Spanjaert licht gekaept
Die sonder woord of slag of stoot
Hals over kop de stadt uytvloodt
Door t woedent graauw onsacht gewekt
& dieper heeft men niets ontdekt
Wel nader, want daar loopt een maar
(’t schijnt waarschijnelijk is niet waar.)
Dat lang daarna ’t roemrugtig roer
Gedient heeft een beschonken boer
Van t leger dat wat buijten schreeff
Een seker stadt de wet voorschreef
Aanrukte derwaarts, vol van moed
En meer genever sterk als bloed
Den selven die wat on[onleesbaar]
Het vreè verdrag had onderkruist
In houw en ver van al bedrog
Het rust in t huijs van Domburg nog.
Een dichter door dit Eigen vocht
Bezielt, beschreef dien heldentocht
Op loonende passende op de stof
’t geweer kreeg Eindelijk sijn verlof
Terwijl men na een ander sag
Lag hier de scg[onleesbaar] vloot in beslag
In angst, & sorg, t was naar gestelt
Men koos wis Eijers voor sijn geldt
Nadat men alles hadt gewikt
Kwam t gilde toe & t wierd geschikt
Waag soo een hobbel kans niet meer
O Souburg! leg u degen neer
& zie bij strijken van de vlag
Wat eene stem en staat vermag.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: