donderdag 28 juni 2007
De trein is er nog niet. Herkauwer kijkt doelloos om zich heen.
Er verschijnen twee volwassenen op het perron. Om hen heen: zo’n zeven kinderen. Die kinderen hebben allemaal een zeer hoog opgetrokken bovenlip (géén hazenlip) met daaronder een setje gigantisch groot uitgevallen snijtanden. Herkauwer ontwaakt een beetje.
De drie oudsten zien er wat exotisch uit. De vier jongsten daarentegen ogen meer als kleiboertjes. Elk van de zeven kinderen likt aan een zojuist verstrekt ijshoorntje.
Herkauwer veronderstelt eerst dat er een mooie causaliteit gevonden kan worden achter dit zo verschillende maar in één opzicht zo gelijkende groepje. De eenheid achter de Abrahamitische godsdiensten, zeg maar.
Hij kijkt naar de volwassenen. Beider bovenlip en tandenstelsel oogt normaal. Zijn dit wel de ouders? Zijn het, zeg, begeleiders van een instituut voor bijzonderboventandigen?
De trein komt nog steeds niet. Het oudste meisje deponeert nu haar ijsje in een afvalbus. Zij heeft slechts het bovenlaagje afgelikt.
Alle kinderen volgen, in een rij, haar voorbeeld. De ouders/begeleiders kijken zwijgend, maar goedkeurend, toe.
Diepere inzichten laten op zich wachten. Zoals de trein.
donderdag 28 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten