donderdag 28 februari 2008

Olipodrigo (3)

vrijdag 29 juni 2007

Wist u dat de levensverwachting in de eerste helft van de negentiende eeuw LAGER was dan die in de achttiende eeuw? Willem Frijhoff schrijft:

‘Volgens de [literaire] levenstrap was 40 à 50 gewoonlijk [in de achttiende eeuw] de leeftijd waarop men bgon achteruit te gaan. In werkelijkheid lag de feitelijke levensverwachting bij de geboorte een stuk lager, ergens tussen de 27 en de 35 jaar, en was zelfs de levensverwachting van de overblijvende jongvolwassenen nauwelijks hoger dan 50. Nauwkeurige cijfers op groter, bovenlokale schaal zijn wat Nederland betreft eerst voor de negentiende eeuw beschikbaar, maar die liegen er dan ook niet om. In de provincie Utrecht leefden de mannen van de generatie die in de jaren 1812-1822 werd geboren gemiddeld 38,3 jaar, de vrouwen 41,4 jaar. Wie denkt dat we dan al in een opgaande lijn zitten, komt bedrogen uit. Het dieptepunt van de levensverwachting werd die eeuw bereikt in het decennium 1853-1862, toen de mannen gemiddeld slechts op 35,0 jaar konden rekenen en de vrouwen op 35,9 jaar. Eerst daarna keert de trend zich om tot een stijgende lijn.’ (1)

*

Hoewel het onmogelijk is alle buitensporigheden van alle dominees in de achttiende eeuw te inventariseren maakt Herkauwer, mede ter aanvulling van de dominale ontsporingen zo rond april 2007 genoemd in de website van Killercat, melding van een feit dat hij toevallig tegenkwam in de archieven van het Hof van Holland in 1779 (inv. nr. 333, f. 172, 181, 201).
Daar beklaagt zich de kerkeraad van Haringhuijsen zich over het inderdaad wat vreemde verschijnsel dat de schout van Schagen, Jan van Stipriaan, immer weigerde in te gaan op hun klachten rond het gedocumenteerde overspel van hun dominee, Leendert Kalf (ook: Calf).
Kalf, hoewel getrouwd, hield het met zijn dienstmaagd Maartje Jansen Prins. Toen zij zwanger was verdwenen beiden naar Amsterdam. Leendert heeft Maartje aldaar bij haar bevalling geassisteerd. Men heeft echter helaas niet kunnen ontdekken waarheen het kind verdwenen is...

(1) Willem Frijhoff. ‘Oud en lelijk vroegmodern. Een plaatsbepaling’ In: Harald Hendrix, R. Schenkeveld-van der Dussen (red.), Oud en lelijk. Ouderdom in de cultuur van de Renaissance. Amsterdam 1996, p. 85-108 (citaat: p. 95).

Geen opmerkingen: