donderdag 28 februari 2008

Jozefisme en Heleen van Royen

vrijdag 18 mei 2007

Omdat hij verzocht is bij een symposiumpje daarover kort te spreken, las Herkauwer gisteren het begin dit jaar uitgekomen Stout, door Heleen van Royen en Marlies Dekkers.

Hij moet, zo is de veronderstelling, daar iets over zeggen dat alleen een specialist oudere letterkunde kan verzinnen; dus hij heeft ervan gemaakt dat het een echt moralistisch-spectatoriaal boekje is. Dat is niet helemaal onwaar, maar wel tamelijk bijzijden de waarheid. Misschien leest u het wel over een paar weken in deze blog.

Ik herinner me dat een studente Heleen een beetje ordi, maar Marlies Dekkers heel OK vindt. Ik bedoel: zij vindt de persoon van Heleen een beetje vulgair, maar al die lingerie van Marlies prachtig. Dat kan. Die Marlies ziet er echter als vrouw niet leuk uit, vind ik (er staan massa’s foto’s in Stout). Een beetje onooglijk. Zij heeft niet bepaald (om een beetje verdraaid Marlowe te citeren) ‘the face that launched a thousand slips’.

Ze heeft echter heel goede dingen te zeggen over de geschiedenis van de mode, en over ondergoed in de achttiende eeuw - dat er dus niet is. Dat laatste schijnt voor de meeste vrouwen altijd een verrassend, en soms zelfs onacceptabel idee te zijn. Leest u zelf maar, want het is best een aardig boekje.

Heleen maakt wel een gebruikelijke fout wanneer zij denkt (p. 11) dat ‘Onbevlekte ontvangenis’ zoiets betekent dat er bij de conceptie van Maria geen man aan te pas gekomen is. Dat dogma betekent simpelweg dat Maria op dat moment niet viel onder de wetten van de erfzonde en op die manier zonder zonde was (anders zou Christus ook automatisch de erfzonde gekregen hebben, volgens de religieuze wetten van Mendel).

Dat veel gelovigen denken dat Jozef er ook feitelijk niets mee vandoen heeft gehad, is een heel andere zaak. Achttiende-eeuwers kennen deze theorie als Jozefisme: alles voor, niets door het volk.

Het zou trouwens wel es aardig zijn na te gaan hoe de mode in de bijbel een rol speelt, of hoe de vrouwen uit de bijbel in de loop der eeuwen zijn afgebeeld. Hoe werden die vijgeblaadjes eigenlijk bij elkaar gehouden? Wat droeg Tamar toen ze Amnon verleidde? Judith, bij Holofernes? Had Ruth niets leuks aan toen ze bij Boaz op het puntje van diens deken sliep, om zijn gunst af te smeken? Wat Maria van Magdala droeg laat zich wel denken. Enzovoorts. ’t Is nog heel wat allemaal bij elkaar, vermoed ik.

Wat me altijd een beetje verbaast bij prostituees op schilderijen uit de achttiende eeuw, is dat die meisjes er altijd vrij normaal uitzien. Een soort gewone dienstmeisjes, met onbenullige mutsjes en dito kleren. Maar misschien weet iemand dat veel beter.

Geen opmerkingen: