maandag 3 maart 2008

Bilderdijk aardappelhater (1827)

donderdag 24 januari 2008

In deze Bilderdijkweek een laatste item. Waarom Bilderdijk tegen aardappels is, zoals men uit de hier volgende tekst zou kunnen opmaken (hoewel er misschien iets anders bedoeld is), weet Herkauwer niet, en hij is ook niet van plan dat uit te zoeken.

Waarom Bilderdijk en de zijnen tegen (koepok)inenting zijn, is natuurlijk wél bekend: men behoort niet in te grijpen in Gods bestuur en bedoeling. Een kniesoor die nu beweert dat Bilderdijk dan ook zijn nachtkastje niet had moeten volstoppen met opium of laudanum.

De predikant Johannes Hermanus Krom (1768-1829) publiceerde in 1827 zijn roman Henriette Stolp. Eene onderhoudende geschiedenis, ter bevordering van godsdienstige kennis en zedelijkheid. Deze roman is het antwoord op een prijsvraag van ’t Nut, dat een zedelijke roman voor het gewone volk wenste.

Krom won de prijs. Zijn roman is tamelijk christelijk, maar niet overdreven. Kennelijk was Krom geen pilaarbijter. Daarvan geeft ook zijn voorwoord blijk. Daarin is hij in gesprek met zijn dochter Lucie, die papier zoekt om daarmee krulletjes in haar haar te zetten. P. XIII:

‘Hebt gij niet weder eenig papilliotten-papier? vraagde mij LUCIE. Neen, mijn kind! was mijn antwoord; voor u heb ik niets.
ZIJ. Ik vraag het ook niet voor mij zelve, maar voor het publiek; ofschoon ik er mij dan van bedienen zou.
IK. Het publiek heeft papilliotten-papier genoeg. Het vindt dagelijks overvloed, aan ieder stalletje en in iederen boekwinkel.
ZIJ. Van BILDERDIJK, CAPADOCE en DA COSTA? Dat papier is te hard; het zit vol aardappels en koepok. Men houdt er niet van.’

Geen opmerkingen: