maandag 3 maart 2008

Zeeuwse meisjes

woensdag 9 januari 2008

Je hebt aardige, redelijk-verlichte Zeeuwse meisjes; zoals de Sophia die met Eduard de Middelburgse ouderlijke macht ontvlucht, en half-filosofische gesprekjes gaat voeren in de wijde wereld. Zie de Walcherse Robinson van 1752.

Je hebt daarentegen ook Zeeuwse meisjes die niet meer zijn dan een speelbal van het lot. Zo iemand is de - alweer Middelburgse - Constantia. Zij is de tamelijk onbenullige hoofdfiguur in een zwakke roman, getiteld De historie van Constantia. Of de Wonderlyke levens-gevallen van een Zeeuwsze juffer, Dewelke, na veele Wederwaardigheeden, Omzwervingen en zeldzaame Ontmoetingen [...] tot een Gelukkig en Gerust Leeven is geraakt. Dit werk (104 blzz.) werd, zonder opgave van jaar, uitgegeven bij de weduwe Jacobus van Egmont te Amsterdam. Aanwijzing, gezien het fonds van dat bedrijf, dat deze roman of ‘biografie’ voor de gewone man bestemd was. (1)

Dat blijkt ook wel uit de inhoud. Geen spoor van stijl, originele ideeën of avonturen. Merkwaardig genoeg horen we wanneer zij precies geboren wordt: 10 maart 1726.

Constantia wordt met haar broertje al vroeg wees, krijgt ijsselijke meppende voogden. Zij vlucht met haar broertje. Via Rotterdam belandt het stel te Londen, daarheen gelokt door een uiteraard niet-deugende Engelsman. Een nieuwe vlucht volgt.

We komen in Venetië en Livorno, en belanden tussen Algerijnse zeerovers (Constantia is uiteraard in travestie). Via Parijs en Maastricht komen we terug in de Republiek, waar een erfenis wacht. Daarna volgt dat gerust leven. Niet in Kapelle-Biezelinge vanwaar een mogelijke nazaat zijn carrière als Messias van Nederland had kunnen beginnen; maar in de wereldstad Deventer.

Het bekende werk. De bekende thema’s. Niets om je druk over te maken. Toch stelt Constantia ons voor een bibliografisch, misschien biografisch raadsel.

Want in 1804 verschijnt, ‘alöm voor 5 ½ stuiver’, zonder dat de uitgever genoemd wordt: Constantia in de balcon, of de vrye entrée; zynde het zeldzaam leeven van eene welbekende, genaamd L... C... Alias Klein Tapster. (2)

Dat lijkt in eerste instantie een heel ander werk. Maar op p. 3 vinden we als french title de oude titel, en daarna in 104 blz. het oude verhaal over Constantia.

Hoe zit dit? Is onze Constantia ook Deventer weer ontvlucht waarna zij zich als barmeid of iets soortgelijks befaamd heeft gemaakt te Amsterdam? Is Constantia dan toch een echte persoon geweest? Die geboortedatum, alsmede enkele andere feitjes zouden daarop kunnen wijzen.

Of heeft een uitgever met een nieuwe titelpagina waarop hij de naam plaatste van een toen bekende deerne, goede sier willen maken met een uitgeversrestant oude Constantia’s, ten bate van zijn afzet?

Misschien iets voor de doctus mundus van Zeeland om dit raadsel op te lossen. Een begin zou gemaakt kunnen worden met de vraag op te lossen, wie er eigenlijk op 10 maart 1726 te Middelburg geboren wordt... Misschien vindt Middelburg zo nog een eigen Mata Hari.


(1) Geraadpleegd: UBL 1220 G 43.
(2) Geraadpleegd: UBL 1192 H 41. Een werk met die titel verschijnt ook te Amsterdam in 1805, bij Bom (Buisman nr. 402).

Geen opmerkingen: