maandag 3 maart 2008

Joodsche Wandelaar (1792-1793)

woensdag 12 december 2007

Kunnen tussen 1787 en 1795 patriotse weekbladen verschijnen? Toch wel - als zij maar niet te geprononceerd hun standpunt uitdragen.

Zo’n blad is De Joodsche Wandelaar. Een weekblad Tot nut van ’t algemeen. Voorzover Herkauwer weet, bestaat er nog maar één exemplaar (UBL 478 B 24). Er verschenen 25 nummers, 3 december 1792-21 mei 1793; bij Herdingh en Du Mortier, te Leiden (volgens het colofon was het ook te koop bij Jan ten Brink te Amsterdam, ‘en verder alöm’).

Deze Wandelaar gaat heel voorzichtig te werk. Vanuit de optiek van de bekende joodse wandelaar die alles meegemaakt heeft en dus weet wanneer hij met waarheid te maken heeft, worden de gebeurtenissen in 1792-1793 besproken. Bij de eigenlijke nieuwsberichten valt echter bijvoorbeeld op: de aandacht voor de gevluchte patriotten in het zuiden. Zo leren we precies wanneer het Legion Etrangere van Hollandse emigranten in Antwerpen is aangekomen, en wanneer het vrijwilligers werft.

Hoe neutraal ook, wanneer er eenmaal echt oorlog is tussen de Fransen en ‘de stadhouder’ blijkt men zich in het Noorden af te vragen of dit blad wel kan blijven bestaan (er schijnt vooral in Amsterdam weerstand te zijn). De redactie neemt dus afscheid, met de zeer Nederlandse mededeling dat men vóór de Franse constitutie EN vóór Jezus is.

Er zit geen echt talent in dit blad. Wat wél opvalt is dat hier sprake is van bewuste propaganda. Het eerste nummer wordt voor niets verspreid. De Wandelaar is, per nummer in een andere setting (herberg, trekschuit, enz.), in gesprek met werkers en kleine burgers. Op p. 45 is sprake van ‘geringe buitenlieden’ voor wie deze gesprekken en nieuwsberichten bedoeld zijn.

He vermogen van het patriottisme voortdurend buiten eigen kring te treden vindt Herkauwer opvallend. Er zijn al vanaf 1780 heel wat patriotse bladen, bestemd voor bijvoorbeeld plattelanders en boeren.

Over deze tactiek, die men zou veronderstellen doorgaans te behoren bij een welgestructureerde partij met bewuste propaganda-technieken, heeft Herkauwer eigenlijk heel weinig gelezen.

Bij vele historici vindt men zelfs wel de mening dat alle patriotse ‘blaadjes’ (een term die grote onkunde verraadt over werking en functie van de periodieke pers) sowieso een historisch ongelukje zijn geweest. Vreemd. Soms denkt Herkauwer dat onze historici maar al te graag ons verleden steeds maar weer in hun geliefde poldermodel willen persen.

Omdat extremer (nu ja, extremer...) politieke ontboezemingen niet passen in hun vaderlandse keurslijf, weigeren zij te accepteren dat de Nederlandse maagd Vrijheid in het verleden soms meer weghad van Claudia Cardinale (met tenminste cup C) dan van de tuberculeuze Kate Moss.

Geen opmerkingen: