maandag 3 maart 2008

Gevallen van een vlooi (ca 1782) 6

maandag 25 februari 2008

Met het goed van Grootje belaaden, keerde zy naar haar kamer, alwaar zy zig van den last ontdeed, ging vervolgens Grootje in staat stellen van den Geestlyke te kunnen opwachten, en vertrok weder, om dien Heer te haalen.
Ik vergezelde haar derwaards. Een myd opende ons de deur en vroeg wel uitdrukkelyk wie het Mensch was, by wien Mynheer moest komen, met het antwoord daarop ontvangen, ging zy naar binnen, en begryp lieve FORTIS, hoe verwonderd ik was, dat haaren Heer aan wien zy de boodschap in persoon deed, zeide, zeg dat ik niet t’huis ben. (Ik heb u vergeten te zeggen FORTIS, dat ik by het openen der deur, op het lyf van de dienstmaagd, en vervolgens op dat van den Krankbezoeker gesprongen was.) Toen de myd vertrokken was, vervolgde Mynheer zyn Spel, want FORTIS, hy zat met eenige Heeren te Ombren, zo als ik hoorde dat zy het Spel noemden. Men lachte vervolgens hartlyk over het sterven van Grootje; deeze zeide, zy zal den weg [13] wel vinden zonder u; een ander, wanneer het een fraaije jonge Juffrouw was, dan was het der moeite nog waardig; een derde merkte aan dat het een veel te akelig gezicht was, om de Ziel van een oud wyf, tusschen de kevels te zien doorpasseeren, om van woning te veranderen; waar by een vierde voegde, te gelooven, dat zulk een ziel zekerlyk door een tegenovergesteld gat uittrok, om dat de mond van een oude Best, van alle vastigheid beroofd zynde, zig altoos volmaakt luchtdicht geslooten hield. Ieder der aanwezende Heeren wist by het laatste zeggen nog iets te voegen, dat op nieuw deed lachen, zodanig dat het gantsche gezelschap, geduurende een geruimen tyd, niet anders deed dan schateren, over het sterven van Grootje, en over haare geestige verkiezing van juist in het byzyn van een fris sterk Manspersoon naar de andere wereld te willen verhuizen. - Ik beklaagde my op dat oogenblik lieve FORTIS, van slegts een Vlooij te zyn, ziende welk een uitnemend geluk het was, mensch te weezen, als zynde zodanig een Wezen vatbaar voor alle verlustigingen; wat is het gelukkig, dacht ik, zig te kunnen vermaaken, ja zelfs met den dood van een ander te kunnen vermaaken!
Het gezelschap was nog niet afgeloopen, toen myn nieuwe meester geroepen werd, om met iemand in de zykamer te komen spreeken. Ik ging met hem, en sprong by het inkomen van de kamer, op het Stropje van den geenen die het bezoek kwam afleggen. Het was een hedendaagsch Autheur FORTIS. Gy kunt u niet begrypen, welk eene vunzige stank van dien man uitging; behalven dat, verviel ik by hem op een ander Eiland, want zyn lichaam was even als dit van Grootje, vol [14] puntige bergen, en hoog uitsteekende rotsen; de ribben in zyne zyden maakten een soort van trap uit, waar langs men tot op zyn schouder kon klimmen.
Deeze man bood den Geestlyke een rol papier aan, met verzoek om zyn werk eens te willen nazien, of ’er ook nog iets in was, dat tegen de leerstellingen van de Gereformeerde Kerk streed; gaarne vrindlief, antwoordde de Krankbezoeker, schoon ik niet twyfel, of uw vernuft zal u wel voor struikelen bewaard hebben; dat is al zo wat geweest, herhaalde de Schryver, het punt van de Predestinatie heeft my verdoemt veel werks gekost, en om het artykel van den doop goed te draaijen, heb ik een geheelen nacht zitten blokken, zo, dat ik ’s morgens meer dan een half pintje noodig had, om alles weer uit mijn harsens te verbannen; maar de Boekverkooper zal my ook een halve gulden per vel meer moeten geeven, hy zal de duivelhaal moeten considereeren, dat het thans een zuiver orthodox werk is. Tusschen beiden hoorde ik, FORTIS, dat het gemelde werk ten naam voerde, BYBELSCHE LEERMEESTER DER JEUGD.
Toen myn nieuwe meester vertrok, ging hy in een groot huis, alwaar een menigte menschen vrolyk waren, dansten en wyn dronken. Myn meester koos zig een der bevallige Vrouwen, aldaar tegenwoordig, danste met haar, dat het zweet hem van zyn aanzicht gutste, en sloop vervolgens met haar in een kamertje, alwaar zy ..... niet weder uit kwamen, dan met het aanbreeken van den dag.

wordt vervolgd

Geen opmerkingen: