maandag 3 maart 2008

Bilderdijk grafgraag (1827)

maandag 21 januari 2008


Deze week maar es het een en ander rond de Aartsvader der Reactie. Bilderdijk natuurlijk.

Als zodanig werd hij door de vooruitstrevenden geleidelijk aan steeds meer gezien. Dat blijkt eens te meer uit sommige reacties op de in 1827 door Bilderdijk in dat jaar uitgeven dichtbundel De voet in ’t graf. Jongste gedichten. Die reacties zijn vermoedelijk onbekend. Herkauwer heeft daar geen diepgravend onderzoek naar ingesteld.

In het dan verschijnende blad De Echo, aan leering en gezellig onderhoud gewijd wordt op twee plaatsen bijtend commentaar gegeven.

Eerst de tweede plaats, in nr. 22 van de Echo (p. 311) die wel poëtisch maar heerlijk kort is. Een volgende keer de eerste, langere proza-reactie.


AAN Mr. W. BILDERDIJK,
BIJ DE UITGAVE VAN DESZELFS
VOET IN ’T GRAF.

Gij, die als Jupiter, met bliksems ons bedreigt,
Geen vorst noch volk ontziet, voor waarheidsstem niet zwijgt,
Parijs in brand woudt zien, om uwen lust te boeten,
Gij, met uw voet in ’t graf, ach waart g’er met uw voeten.

Geen opmerkingen: