maandag 3 maart 2008

Hot nieuws uit Ninive (1778)

vrijdag 21 december 2007

Een keer of twee heeft Herkauwer van die hedendaagse historische blaadjes gezien waarin geschiedenis voor scholieren smakelijk wordt gemaakt door middel van de fictie dat alles pas gisteren gebeurde. Je krijgt dan boven de artikeltjes koppen als

SOKRATES! NAM! GISTEREN! GIF! IN!

of

IGNATIUS VAN LOYOLA VINDT CONDOOM UIT!

Toch zijn dit soort initiatieven niets nieuws, merkte hij.

Niet gehinderd door kennis van de historische pedagogie (zou iemand als Willeke Los niet daarover al iets zeggen?) meldt hij het volgende.

Hij kreeg toevallig in handen: een prospectus, samen met het eerste nummer (juni 1778) van een blad, getiteld Nieuwstydingen uit de oude waereld. (1) Het tijdschrift werd gedistribueerd door de Haarlemse uitgever C.H. Bohn.

Het prospectus meldt: onze jeugd vindt oude historiĆ«n maar vervelend. In Duitsland hebben ze daarom een blad gemaakt, dat ‘oud’ nieuws brengt alsof het gisteren gebeurd is. Een Nederlandse historicus heeft op diezelfde manier al achttien bladen (dus: afleveringen) uitgegeven, maar hem lukte het niet de markt te veroveren. Wij proberen het nu opnieuw. Lukt het, dan verschijnt juli 1778 het tweede nummer.

Verder wordt er het een en ander gezegd over het feit dat men de meest duistere tijden (waarover geen echte informatie bestaat) overslaat. De Duitsers waren al gevorderd tot 184 voor Christus. Hier beginnen we met 684 voor Christus (het eerste nummer is gedateerd: 3300. Het jaar vanaf de Schepping dus).

Wat vindt men nu in dit Nederlandse eerste nummer van vier bladzijden?

Nieuws uit Jerusalem, Ninive, Athene, Sparta, en het Messenische gebied.

Denk niet dat dit gaat in de stijl van: AFRODITE GEEN SLIPJE! PARIS KRIJGT APPELFLAUWTE! Dat zou wat moeilijk liggen in 1778.

Nee. Het begint met een bericht van de correspondent in Jerusalem. De toestand daar is zorgwekkend, zo te horen:

‘Zedert den dood van onzen Godvreezenden Koning Hiskias bevinden wy ons, onder de regeering van zynen Zoon Manasse, in een betreurenswaardige toestand. Aan God, den God onzer Vaderen; aan zynen Dienst, ons door Mozes zoo duur bevolen, wordt thans in ’t gansche land, en inzonderheyt aan ’t Hof, niet eens meer gedagt [...].’

Misschien had die correspondent het boek Prediker nog niet gelezen. Nu ja.

Eigenlijk wel benieuwd hoe het afgelopen is met die Nieuwstydingen, en hoe die teksten uit 1777 van die Nederlandse historicus eruit gezien hebben. Wie was hij, trouwens?

Maar dat mag u zelf uitzoeken.

(1) UBL 1120 B 39. Er hoort ook een gedrukte brief van Bohn bij, gedateerd maart 1778.

Geen opmerkingen: